ECLI:NL:RBDHA:2023:9771

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
NL22.18610
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf en proceskostenvergoeding

In deze zaak hebben eisers, van Afghaanse nationaliteit, op 12 januari 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als familie- of gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag werd door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op 5 december 2022 afgewezen. Eisers hebben verweerder op 26 augustus 2022 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvraag en hebben op 16 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft eisers op 20 februari 2023 verzocht om te bevestigen of de afwijzing van hun aanvraag aanleiding was om het beroep in te trekken, maar eisers hebben hierop niet gereageerd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, nu verweerder inmiddels een besluit op de mvv-aanvraag heeft genomen, eisers geen belang meer hebben bij hun beroep tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eisers wegens betalingsonmacht zijn vrijgesteld van het betalen van griffierecht, waardoor verweerder niet verplicht is om griffierecht te vergoeden. Echter, eisers hebben recht op een proceskostenvergoeding, omdat verweerder niet tijdig op de mvv-aanvraag heeft beslist. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 418,50.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. De rechtbank heeft de eisers geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak, binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.18610

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] ,

geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [V-nummer] ,
[naam],
geboren op [geboortedatum] ,
V-nummer: [V-nummer] ,
allen van Afghaanse nationaliteit
hierna: eisers
(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: M. Noslin).

Inleiding

Eisers hebben op 12 januari 2022, ontvangen door verweerder op 24 januari 2022, een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
Bij brief van 26 augustus 2022 hebben eisers verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. Eiseres hebben vervolgens op 16 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
Bij besluit van 5 december 2022 heeft verweerder de aanvraag van eisers afgewezen.
De rechtbank heeft bij bericht van 20 februari 2023 eisers verzocht binnen twee weken de rechtbank te informeren of de afwijzende beslissing aanleiding is om het beroep in te trekken. Eisers hebben geen reactie gegeven op het alsnog genomen besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Nu verweerder reeds een besluit op de mvv aanvraag van eisers heeft genomen, hebben eisers geen belang meer bij hun beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Tegen dit besluit kunnen eisers bezwaar maken. De rechtbank zal daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
3. De rechtbank wijst erop dat eisers wegens betalingsonmacht zijn vrijgesteld van het betalen van griffierecht, zodat verweerder niet op grond van artikel 8:74 van de Awb griffierecht hoeft te vergoeden.
4. Eisers krijgen wel een vergoeding voor de proceskosten die zij hebben gemaakt. Niet in geschil is namelijk dat verweerder niet tijdig op de mvv aanvraag van eisers heeft beslist, dat eisers vervolgens een geldige ingebrekestelling hebben verstuurd en dat verweerder pas na het instellen van het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit een besluit heeft genomen. Verweerder moet de proceskostenvergoeding betalen. Toegekend wordt € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,-, bij een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Karsowidjojo, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.