ECLI:NL:RBDHA:2024:1037
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en toekenning van dwangsom
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 25 maart 2023. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 25 januari 2024 uitspraak gedaan. Eiser heeft verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op 10 oktober 2023 rechtsgeldig in gebreke gesteld, omdat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, zoals bepaald in de Vreemdelingenwet 2000, was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn op 25 september 2023 was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 100 per dag voor elke dag dat verweerder in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.