ECLI:NL:RBDHA:2024:10552
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met problemen met Fulani herders en geloofwaardigheidsbeoordeling
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser heeft op 4 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 2 april 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 30 april 2024 behandeld, waarbij de eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De eiser stelt dat hij vreest voor Fulani-herders bij terugkeer naar Nigeria, na een gewelddadig voorval waarbij hij en zijn familieleden zijn aangevallen. De rechtbank oordeelt dat de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig zijn, maar dat de problemen met de Fulani-herders niet geloofwaardig zijn. De rechtbank wijst op inconsistenties in de verklaringen van de eiser en de documenten die hij heeft overgelegd, die niet als voldoende bewijs worden gezien voor zijn asielrelaas.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet onterecht heeft geoordeeld dat de eiser niet als vluchteling kan worden aangemerkt en dat er geen reëel risico is op ernstige schade bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.