ECLI:NL:RBDHA:2024:1060
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en pushback ervaringen in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 31 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 3 januari 2024 afgewezen, met het argument dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, die niet aanwezig was op de zitting, had eerder aangegeven slachtoffer te zijn van een pushback in Kroatië, wat zijn aanvraag zou compliceren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de ervaringen van eiser en dat het besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te worden genomen. De rechtbank benadrukt dat de staatssecretaris opnieuw moet motiveren of er bijzondere individuele omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 875,- toegewezen.