Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die op 20 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser, geboren in 1993 en van Senegalese nationaliteit, heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 3 juli 2024, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in bewaring is gesteld op basis van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf, voortvloeiend uit een melding van een wijkagent. Eiser betwistte de rechtmatigheid van de staandehouding en de maatregel van bewaring, onder andere omdat hij niet binnen 24 uur naar een detentiecentrum was overgeplaatst. De rechtbank oordeelde echter dat de termijn van 24 uur pas begint te lopen op het moment dat de vreemdeling in bewaring is gesteld, en dat eiser niet langer dan deze termijn in een politiecel heeft verbleven.
De rechtbank heeft ook de gronden voor de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser heeft de feitelijke juistheid van de zware grond, dat hij Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, niet betwist. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de maatregel voldoende waren om de bewaring te rechtvaardigen. Eiser's medische situatie en de vraag of hij terug kan keren naar Senegal werden niet als relevante factoren beschouwd voor de rechtmatigheid van de maatregel. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.