ECLI:NL:RBDHA:2024:1068
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om overbrenging naar Nederland van Afghanese eiseres
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 8 januari 2024, wordt het beroep van een Afghanese eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om overbrenging naar Nederland beoordeeld. De eiseres, die op de evacuatielijst was geplaatst, heeft haar verzoek ingediend na de evacuatieoperatie van haar familie, die niet in staat was het vliegveld te bereiken. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet het gerechtvaardigde vertrouwen mocht ontlenen aan haar plaatsing op de evacuatielijst, omdat zij na de evacuatiefase niet tot het kerngezin van haar Nederlandse vader behoort. De rechtbank stelt vast dat de afwijzing van het verzoek door de minister van Buitenlandse Zaken terecht was, en dat het beroep van de eiseres op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, maar dat er aanleiding is voor een proceskostenvergoeding omdat het bezwaar van de eiseres aanvankelijk ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. De proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 875,-.