Op 10 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, beroep heeft ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De asielaanvraag was op 8 november 2022 ingediend, en de wettelijke beslistermijn was op 8 februari 2024 verstreken. Eiser had op 14 maart 2024 een ingebrekestelling ingediend, waarna het beroep meer dan twee weken later werd ingesteld, wat voldeed aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad was overschreden en dat het beroep gegrond was. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na de verzending van de uitspraak een besluit te nemen over de asielaanvraag. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor het geval verweerder niet binnen de gestelde termijn beslist. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50.
De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden rondom de behandeling van asielaanvragen en de wettelijke termijnen die van toepassing zijn.