ECLI:NL:RBDHA:2024:1086
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Spanje
In de zaak tussen verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2024 uitspraak gedaan. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-verordening. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 23 januari 2024 in Groningen, waar verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Tijdens deze zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening gelijktijdig met het beroep behandeld. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels op het beroep is beslist in een andere uitspraak (zaaknummer NL23.36123), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.