Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Verweerder heeft op 3 mei 2024 besloten de aanvraag van eiser niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland daarvoor verantwoordelijk is. Eiser heeft op 4 mei 2024 beroep ingesteld bij de rechtbank en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het beroep op 4 juli 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren, maar eiser zelf niet.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser zich in Duitsland bevindt en daar een asielprocedure doorloopt. De rechtbank stelt vast dat eiser geen actueel en reëel belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep, aangezien hij tegelijkertijd een asielaanvraag in Duitsland heeft ingediend. De rechtbank wijst erop dat het procesbelang vervalt als hetgeen wat eiser verlangt niet meer nodig is of niet meer kan worden bereikt. De rechtbank concludeert dat de wens van eiser om een uitspraak van de Nederlandse rechter te krijgen niet verenigbaar is met zijn keuze om in Duitsland een asielaanvraag in te dienen.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat het besluit van verweerder in stand blijft en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan op 12 juli 2024 door mr. A.J. de Danschutter, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier.