ECLI:NL:RBDHA:2024:11243
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, van Algerijnse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 27 juni 2024 een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar oplegde. Eiser heeft eerder al een terugkeerbesluit ontvangen op 20 juni 2024, waartegen hij ook beroep had ingesteld. De rechtbank heeft beide beroepen op 12 juli 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren via telehoren vanuit het detentiecentrum in Rotterdam. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het eerdere terugkeerbesluit van 20 juni 2024 al rechtsgevolgen had, waardoor de aanzegging om Nederland te verlaten in het bestreden besluit geen nieuwe rechtsgevolgen met zich meebracht. Evenzo was het inreisverbod in het bestreden besluit niet gericht op enig rechtsgevolg, gezien het eerdere inreisverbod. Daarom heeft de rechtbank het beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod van 27 juni 2024 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.