mw. mr. H. Hanssen-Telman

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag en eiser geen procesbelang heeft.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag. Er is geen hoger beroep mogelijk.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag ongegrond, op basis van de Dublinverordening. Eiser kan worden overgedragen aan Zwitserland.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de asielaanvraag niet in behandeling is genomen; Zwitserland is verantwoordelijk.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag ongegrond, op basis van de Dublinverordening.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van verzoeker.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag ongegrond, omdat Zwitserland verantwoordelijk is voor de aanvraag volgens de Dublinverordening.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de asielaanvraag niet in behandeling is genomen wegens verantwoordelijkheid van Zwitserland.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het besluit van de minister om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag.

De rechtbank verklaart de beroepen van een Syrische asielzoeker ongegrond, betreffende zijn plaatsing in een HTL en een vrijheidsbeperkende maatregel, vanwege meerdere incidenten en gebrek aan gedragsverandering.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiser ongegrond en bevestigt de plaatsing in een HTL na een geweldsincident. Eiser krijgt geen gelijk en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank Den Haag verklaart de beroepen van Gambiaanse vreemdelingen ongegrond, bevestigt vrijheidsbeperkende maatregel en benadrukt belang van minderjarig kind.

De rechtbank oordeelt dat de onrechtmatigheid van de eerste maatregel van bewaring doorwerkt in de tweede maatregel, waardoor deze ook onrechtmatig is. Eiser ontvangt schadevergoeding en proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op aanvraag voor verblijfsmachtiging. Beroep is gegrond; minister moet binnen acht weken beslissen en kan dwangsommen opgelegd krijgen.

Eiseres kreeg gelijk in haar beroep tegen de minister voor het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf. De rechtbank legde een beslistermijn op en bepaalde dwangsommen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen sprake is van tegemoetkoming door de minister na intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen door de minister op de asielaanvraag. De minister moet uiterlijk op 22 oktober 2025 beslissen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen door de minister op de asielaanvraag. Minister moet binnen acht weken beslissen en kan een dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen op asielaanvraag. Minister moet binnen 16 weken beslissen en kan dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag. Er staat geen hoger beroep open.

Beroep gegrond; minister moet binnen acht weken beslissen op aanvraag voor voorlopig verblijf; dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond en legt de minister een beslistermijn van vier weken op, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart beroep gegrond en legt minister vier weken de tijd op om te beslissen op asielaanvraag, met dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen bij overschrijding.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt de minister een beslistermijn van acht weken op, met een dwangsom bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen op asielaanvraag. Minister moet binnen 16 weken beslissen en kan dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de minister wegens niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op aan de minister.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen door de minister op de asielaanvraag. Dwangsom van € 100,- per dag opgelegd bij overschrijding van de termijn van zestien weken.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor medische behandeling.

Rechtbank Den Haag vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning aanvraag van eiser, oordeelt dat de belangenafweging onvoldoende is gemotiveerd en gebiedt de minister om een nieuw besluit te nemen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot € 907,-.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening met nummer AWB 24/8077 niet-ontvankelijk en wijst het verzoek met nummer AWB 25/7101 af.

Rechtbank Den Haag wijst de aanvraag van eiser tot uitstel van vertrek af, maar oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom eiser de procedure niet in Nederland mag afwachten. Beroep ongegrond, proceskostenvergoeding van € 1.814,- toegekend.

De rechtbank verklaart de beroepen van een Syrische asielzoeker tegen zijn plaatsing in een HTL en een vrijheidsbeperkende maatregel ongegrond, gezien zijn eerdere incidenten en gebrek aan gedragsverandering.

Rechtbank Den Haag verklaart de beroepen van eiser tegen het COa en de minister ongegrond, met betrekking tot plaatsing in de HTL en vrijheidsbeperkende maatregelen.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiser gegrond, vernietigt het plaatsingsbesluit en de vrijheidsbeperkende maatregel, en kent schadevergoeding toe van € 1.425,-.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond en legt de minister een beslistermijn van zestien weken op voor de asielaanvraag, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie wegens niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor overschrijding van de beslistermijn.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. Beroep is gegrond; minister moet binnen zestien weken beslissen en kan een dwangsom van € 100,- per dag krijgen bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser gegrond wegens niet tijdig beslissen door de minister op de asielaanvraag. Minister moet binnen 8 weken na 2 september 2025 beslissen en kan een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd krijgen.

Rechtbank Den Haag verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen op asielaanvraag. Minister moet binnen vier weken beslissen en kan dwangsom van € 100,- per dag krijgen, max. € 15.000,-.

Rechtbank verklaart beroep tegen niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk en beroep tegen alsnog genomen besluit ongegrond; minister veroordeeld in proceskosten van € 2.721,-.

Rechtbank oordeelt dat het beroep tegen niet tijdig beslissen gegrond is en legt de minister een beslistermijn op van acht weken, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank oordeelt dat het beroep tegen niet tijdig beslissen gegrond is en legt de minister een beslistermijn op voor de aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf.

Rechtbank Noord-Nederland verklaart beroep gegrond tegen niet tijdig beslissen op mvv-aanvraag; minister moet binnen acht weken beslissen en dwangsom van € 100,- per dag opgelegd.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op een mvv-aanvraag. Beroep is gegrond, minister moet binnen acht weken beslissen en dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eisers gegrond en legt de minister een beslistermijn van vier weken op voor de aanvraag tot machtiging tot voorlopig verblijf.

Rechtbank Den Haag verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen door de minister op aanvraag voor voorlopig verblijf. Dwangsom en proceskosten toegewezen.