ECLI:NL:RBDHA:2024:1130

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
NL24.1673
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 30 december 2023, waarin verweerder heeft bepaald dat eiser terug moet keren naar Marokko. Eiser betwist de rechtsgeldigheid van het besluit en stelt dat het niet zorgvuldig is voorbereid, omdat hij onvoldoende is gehoord en het eerdere terugkeerbesluit van 26 juni 2015 niet in het dossier aanwezig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het dossier inmiddels compleet is en dat het eerdere terugkeerbesluit is toegevoegd. Hoewel in dat besluit niet expliciet naar welk land eiser moet terugkeren is verwezen, maakt het aanvullende besluit van 30 december 2023 duidelijk dat Marokko het land van terugkeer is. De rechtbank oordeelt dat eiser voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn zienswijze te geven tijdens het gehoor op 30 december 2023 en dat er geen omstandigheden zijn die maken dat het eerdere besluit niet meer gevolgd kan worden. Eiser heeft zijn stelling dat hij Algerijns is niet onderbouwd met identificerende documenten, waardoor de rechtbank oordeelt dat verweerder terecht uitgaat van de Marokkaanse nationaliteit van eiser.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.1673

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam] eiser,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. R.W. Koevoets),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. K. Bruin).

Procesverloop

Bij besluit van 30 december 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder tegen eiser een aanvullend terugkeerbesluit uitgevaardigd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Eiser heeft zich akkoord verklaard met schriftelijke afdoening van het beroep. Eiser heeft op 17 januari 2024 de gronden van het beroep ingediend. Verweerder heeft op 19 januari 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft op 26 januari 2024 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Algerijnse nationaliteit te hebben. Verweerder gaat uit van de Marokkaanse nationaliteit.
2. Eiser stelt dat dat het aanvullend terugkeerbesluit niet rechtsgeldig is. Allereerst omdat het terugkeerbesluit van 26 juni 2015 niet in het dossier zit. In het geval de rechtbank wel uitgaat van het terugkeerbesluit van 26 juni 2015, stelt eiser dat daarin niet uitdrukkelijk vermeld is naar welk land eiser moet terugkeren. Eiser meent dat uit het dossier niet blijkt dat er twijfel heeft bestaan over de vraag naar welk land hij moest terugkeren. Hij stelt dat de besluiten summier en onrechtmatig zijn. In het aanvullend terugkeerbesluit is wel Marokko opgenomen als land waarop de inspanningen tot terugkeer zijn gericht. Eiser stelt echter dat het aanvullend terugkeerbesluit onrechtmatig genomen is, omdat het niet zorgvuldig is voorbereid. Hij is voorafgaand onvoldoende gehoord en verwijst hierbij naar de uitspraak van de Afdeling [1] van 25 september 2023. [2] Verweerder richt zich op terugkeer naar Marokko, maar eiser stelt Algerijns te zijn. Dit had hij tijdens het gehoor kunnen inbrengen en toelichten.
3. De rechtbank stelt vast dat het dossier inmiddels compleet is gemaakt en het terugkeerbesluit van 26 juni 2015 hieraan is toegevoegd. In dit besluit is weliswaar niet opgenomen naar welk land eiser dient terug te keren, maar bij het aanvullende terugkeerbesluit van 30 december 2023 wordt eiser voldoende duidelijk gemaakt dat Marokko het land van terugkeer is. De rechtbank volgt eiser niet in de stelling dat deze besluiten te summier zijn. Uit de besluiten volgt dat eiser geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland, hij onmiddellijk moet vertrekken en dus ook naar welk land hij dient terug te keren.
4. Ook wordt eiser niet gevolgd in zijn stelling dat het aanvullend terugkeerbesluit onzorgvuldig is voorbereid. Uit het dossier blijkt dat eiser op 30 december 2023 om 15:50 uur is gehoord over het (op te leggen) aanvullende terugkeerbesluit. Tijdens dit gehoor heeft eiser de gelegenheid gehad om zijn zienswijze te geven. Daarbij is niet gebleken van omstandigheden die maken dat niet langer van het terugkeerbesluit van 26 juni 2015 kan worden uitgegaan. Dit maakt dan ook dat verweerder Algerije niet als land van terugkeer in het besluit had moeten opnemen. Eiser stelt dan wel de Algerijnse nationaliteit te hebben, maar heeft dit nooit onderbouwd met identificerende documenten. Verweerder mag dan ook uitgaan van het onderzoek waaruit blijkt dat eiser de Marokkaanse nationaliteit heeft en inzetten op terugkeer naar Marokko.
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.