Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 26 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 21 december 2021. De minister van Asiel en Migratie heeft op 12 februari 2024 de asielaanvraag ingewilligd. Eiser heeft echter besloten het beroep te handhaven en verzocht om vergoeding van proceskosten en het vaststellen van een bestuurlijke dwangsom. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit betekent dat het beroep in zoverre niet-ontvankelijk is. Daarnaast wordt in de uitspraak verwezen naar de Tijdelijke wet, die bepaalt dat er geen bestuurlijke dwangsom kan worden opgelegd in dit soort zaken. De rechtbank concludeert dat eiser met zijn beroep niet kan bereiken wat hij wil, waardoor ook in dit opzicht het procesbelang ontbreekt.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 437,50. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor ‘licht’ heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan op 17 juli 2024 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en is openbaar gemaakt.