ECLI:NL:RBDHA:2024:11668

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
NL24.12578
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van beslissing op asielaanvraag, overschrijding termijn, rechterlijke dwangsom

Op 17 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.A.M. Fikken, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn asielaanvraag, ingediend op 5 oktober 2022. De rechtbank constateerde dat de termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, was overschreden. Verweerder had geen verweerschrift ingediend en de rechtbank oordeelde dat er bijzondere omstandigheden waren die een snelle beslissing vereisten. De rechtbank droeg verweerder op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen over de asielaanvraag. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, verbeurt hij een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser ter hoogte van € 437,50.

De rechtbank heeft de uitspraak zonder zitting gedaan en benadrukt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld. De wettelijke vereisten voor het instellen van beroep zijn van belang, en als deze niet zijn nageleefd, kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank heeft ook de regels omtrent bestuurlijke en rechterlijke dwangsommen uiteengezet, waarbij de bestuurlijke dwangsom in asielzaken is afgeschaft volgens de Tijdelijke wet dwangsom. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL24.12578

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

v-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S.A.M. Fikken),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn asielaanvraag van 5 oktober 2022.
Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een verweerschrift in te dienen.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
( x) Ja
( ) Nee

Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?

( x) Ja
( ) Nee
Is het beroep gegrond?
( ) Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
(x) Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
( ) Verweerder heeft al een besluit genomen over de dwangsom.
( ) Ja
(x) Nee, verweerder moet de dwangsom daarom nog vaststellen.
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
( ) Ja
( x) Nee
( ) De rechtbank heeft in een eerder beroep al beslist op de bestuurlijke dwangsom.
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
( x) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, echter de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn is overschreden. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
( x) Ja
( ) Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?(x) € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
( ) Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
( x) Ja
( ) Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
( x) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
( ) 1 punt voor de nadere reactie(s)
( ) 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
( x) verklaart het beroep gegrond;
( x) draagt verweerder op binnen twee weken na de verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
( x) bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500;
( x) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan op 17 juli 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. [4]
Specifiek voor het niet tijdig beslissen op asielaanvragen:
Met de Tijdelijke wet dwangsom heeft verweerder de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [5]
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [6] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [7]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [8] Dit is de rechterlijke dwangsom. Daarbij past de rechtbank het landelijke beleid toe. [9]
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [10] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 4:17 van Awb.
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
6.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
7.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
8.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
9.Gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
10.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.