Uitspraak
Rechtbank Den HAAG
Internationale kinderontvoering
Beschikking in het kader van het op 31 mei 2024 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
Verzoek en verweer
- primair:de onmiddellijke teruggeleiding van [de minderjarige] naar de moeder in Suriname te bevelen,
subsidiair:de vader te gelasten [de minderjarige] aan de moeder af te geven binnen één week na de beschikking, samen met het geldige reisdocument van [de minderjarige] , opdat de moeder hem zelf mee terug kan nemen naar Suriname; - de vader te veroordelen om aan de moeder een dwangsom te betalen van € 1.000,- per dag dat de vader hieraan vanaf de dag na betekening van deze beschikking niet voldoet, tot een maximum van € 100.000,-;
- de vader te veroordelen in de kosten van dit geding;
- dan wel een beslissing door de rechtbank in goede justitie te bepalen,
Feiten
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2015 te [geboorteplaats] , Suriname.
Beoordeling
Het is naar het oordeel van de rechtbank wel noodzakelijk voor het welbevinden van [de minderjarige] dat de ouders met elkaar in gesprek gaan om de terugkeer van [de minderjarige] naar en zijn verblijf in Suriname zo onbelast mogelijk te maken. Daarbij is het belangrijk dat besproken wordt hoe [de minderjarige] in Suriname in contact kan blijven met de voor hem belangrijke personen in Nederland, waaronder de vader en de partner van de vader.