ECLI:NL:RBDHA:2024:12423
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vrijheidsbeperkende maatregel ex art 56 Vw
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan eiseres, een Burkinese vrouw, en haar minderjarige kind. De maatregel is opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 21 juni 2024, omdat eiseres geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 29 oktober 2021 een asielaanvraag heeft ingediend, die op 10 december 2021 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiseres heeft geen verzoek tot uitstel van vertrek gedaan of een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend. De rechtbank heeft de medische omstandigheden van eiseres, waaronder haar zwangerschap en HIV-infectie, meegewogen, maar oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om de vrijheidsbeperking onterecht te verklaren. De rechtbank concludeert dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de vrijheidsbeperkende maatregel noodzakelijk is voor de openbare orde en dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij niet kan terugkeren naar haar land van herkomst. Het beroep is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.