Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 5 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die hij op 9 februari 2023 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 9 augustus 2023, maar verweerder had deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de beslistermijn pas op 9 mei 2024 eindigde.
De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie die rechtvaardigde dat de beslistermijn werd verlengd. De rechtbank ziet geen reden om in deze zaak van dat oordeel af te wijken. Aangezien de beslistermijn op het moment van de ingebrekestelling nog niet was verstreken, was de ingebrekestelling van 14 augustus 2023 prematuur en is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft verder geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en is openbaar gemaakt op 12 augustus 2024.