Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige], V-nummer: [V-nummer 2] , (gemachtigde: mr. M. Woudwijk),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een asielzaak van een Nigeriaanse vrouw, eiseres, die vreesde voor een gedwongen huwelijk en vrouwenbesnijdenis bij terugkeer naar Nigeria. Eiseres, geboren in 1995, diende op 31 oktober 2020 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Minister van Asiel en Migratie op 30 augustus 2023 werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen deze afwijzing behandeld op 11 april 2024, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. M. Woudwijk, en een tolk, R.A. Osman. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiseres, die onder andere stelde dat zij gedwongen zou worden om te trouwen met een man genaamd [A] en dat zij vreesde voor vrouwenbesnijdenis en represailles van een vrouw genaamd [B]. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiseres over de gedwongen huwelijk en de dreigementen ongeloofwaardig waren, en dat er geen reëel risico op ernstige schade was bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank concludeerde dat de Minister de aanvraag terecht had afgewezen als ongegrond, en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. Eiseres kreeg geen vergoeding van haar proceskosten.