In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, die stelt dat de Minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) voor nareis. Eiser heeft zijn aanvraag op 22 februari 2023 ingediend, en de minister heeft deze op 3 maart 2023 ontvangen. De wettelijke beslistermijn van 90 dagen is overschreden, en eiser heeft de minister op 6 maart 2024 in gebreke gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep terecht is ingediend en gegrond is, omdat de minister niet binnen de gestelde termijn heeft beslist. De rechtbank wijst het verzoek van de minister om aanhouding van de behandeling van het beroep af, omdat dit de prikkel om voortvarend te beslissen zou wegnemen. De rechtbank bepaalt dat de minister binnen acht weken na verzending van de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de minister besluit tot nader onderzoek, moet het besluit binnen twintig weken na de uitspraak bekend worden gemaakt. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het griffierecht van € 187,- moet door de minister worden vergoed.