Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
Op 15 maart 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die stelt dat hij de Algerijnse nationaliteit heeft en geboren is in 1999, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 12 augustus 2024 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in het laatste vervolgberoep op 21 juni 2024. Eiser voert aan dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat, omdat er geen presentatie in persoon heeft plaatsgevonden en het onduidelijk is of een bericht aan de consul is verzonden. De rechtbank stelt echter vast dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Algerije bestaat, ondanks het ontbreken van een presentatie in persoon. Eiser heeft geweigerd om deel te nemen aan de presentatie en heeft geen medewerking verleend aan zijn uitzetting.
De rechtbank concludeert dat de belangenafweging niet in het voordeel van eiser uitvalt, aangezien de maatregel van bewaring nog geen zes maanden duurt en eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de bewaring onevenredig bezwarend maken. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en verklaart het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp en openbaar gemaakt op 15 augustus 2024.