ECLI:NL:RBDHA:2024:13259
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en beoordeling veilig derde land Verenigd Koninkrijk
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, van Jemenitische nationaliteit, heeft op 1 juli 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 4 mei 2024 in de verlengde procedure niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 18 juni 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. Eiser stelt dat hij niet in het Verenigd Koninkrijk wil wonen, waar zijn Britse echtgenote verblijft, en dat hij niet zal worden toegelaten tot dat land. Verweerder stelt echter dat het Verenigd Koninkrijk een veilig derde land is en dat eiser een band heeft met het land door zijn huwelijk. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat eiser naar het Verenigd Koninkrijk kan gaan en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op proceskostenvergoeding.