Op 2 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker, een asielzoeker, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen zijn overplaatsing naar een opvang voor meerderjarigen. De verzoeker, die stelt minderjarig te zijn, heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van zijn geboortedatum door de minister van Asiel en Migratie. De minister had zijn geboortedatum aangepast van 2007 naar 2005, wat leidde tot zijn overplaatsing naar een meerderjarigenopvang. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er concrete aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan de leeftijdsregistratie van de verzoeker, vooral omdat hij zijn originele geboorteakte heeft overgelegd. De voorzieningenrechter oordeelt dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) had moeten wachten met de overplaatsing totdat de bezwaren van de verzoeker waren behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat de verzoeker teruggeplaatst moet worden naar de minderjarigenopvang en daar de behandeling van zijn bezwaarschrift mag afwachten. Tevens is het COA veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 1.750,-.