Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. K. Kanters).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2024, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, die eerder op 19 maart 2021 een asielaanvraag indiende die op 16 december 2021 werd afgewezen, heeft op 21 december 2023 een nieuwe aanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 8 januari 2024 afgewezen, wat de eiser tot beroep heeft gedreven. De rechtbank heeft de zaak op 21 maart 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser, die stelt dat hij lid is van een separatistische groepering in Nigeria en dat hij gevaar loopt bij terugkeer. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn lidmaatschap en de daarmee samenhangende risico's. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat er geen gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade bestaat. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de asielaanvraag van eiser wordt afgewezen.