ECLI:NL:RBDHA:2024:13662
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na intrekking beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. Op 15 februari 2024 heeft de verweerder alsnog een inwilligend besluit genomen, waarna verzoekster haar beroep heeft ingetrokken. Verzoekster heeft echter verzocht om vergoeding van de proceskosten, wat door de verweerder is afgewezen. De rechtbank heeft besloten geen zitting te houden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Deze artikelen regelen de veroordeling van een partij in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van het beroep niet leidt tot een veroordeling van de verweerder in de proceskosten, omdat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding dan ook afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 23 mei 2024.