ECLI:NL:RBDHA:2024:13678
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel van het COA
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 27 augustus 2024, zijn de beroepen van eiseres tegen het plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de vrijheidsbeperkende maatregel van de minister van Asiel en Migratie ongegrond verklaard. Eiseres, van Iraakse nationaliteit, was geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen op basis van gedragingen die als zeer impactvol werden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat het COA voldoende had gemotiveerd waarom eiseres in de HTL was geplaatst, ondanks dat het Maatregelenbeleid niet in de Staatscourant was gepubliceerd. De rechtbank bevestigde dat er geen sprake was van vrijheidsontneming, maar van vrijheidsbeperking, en dat de huisregels voldoende concreet waren geformuleerd. Eiseres had eerder incidenten veroorzaakt, waaronder geweld tegen COA-medewerkers, wat leidde tot de beslissing van het COA om haar in de HTL te plaatsen. De rechtbank oordeelde ook dat de minister geen onrechtmatige vrijheidsbeperking had opgelegd, aangezien eiseres de mogelijkheid had om de HTL vrijwillig te verlaten. De rechtbank concludeerde dat de beroepen ongegrond waren en wees het verzoek om schadevergoeding af.