ECLI:NL:RBDHA:2024:13736
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.C. Kleijberg
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring en schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die eerder was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op 29 april 2024 de maatregel van bewaring had opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de rechtbank eerder al had geoordeeld dat de maatregel rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 17 mei 2024. Eiser stelde echter dat de minister verzuimd had om binnen 75 dagen na deze datum een vervolgkennisgeving te versturen, wat volgens hem leidde tot onrechtmatigheid van de maatregel.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser overwogen en geconcludeerd dat de minister inderdaad had moeten zorgen voor een tijdige kennisgeving. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was geworden op 16 augustus 2024, omdat de minister niet tijdig had gereageerd op de vereisten van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de maatregel van bewaring opgeheven en de minister veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 500,- voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.