ECLI:NL:RBDHA:2024:13820
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toegangsweigering tot Nederland op basis van Schengengrenscode en Vreemdelingenwet
Op 28 augustus 2024 heeft de ambtenaar belast met grensbewaking verzoeker de toegang tot het Schengengrondgebied geweigerd. Verzoeker, geboren op [datum] en van Turkse nationaliteit, heeft hiertegen administratief beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de minister in de gelegenheid gesteld verweer te voeren, wat op 29 augustus 2024 om 11:45 uur is gebeurd. De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan, omdat onverwijlde spoed dat vereiste.
De voorzieningenrechter overweegt dat verzoeker op 14 april 2022 zijn verblijfsrecht heeft verloren en dat zijn bezwaar hiertegen op 7 juli 2023 ongegrond is verklaard. Verzoeker heeft beroep ingesteld, dat op 25 januari 2024 door de rechtbank gegrond is verklaard. Echter, bij besluit van 20 juni 2024 is het bezwaar opnieuw ongegrond verklaard en is een terugkeerbesluit opgelegd. Verzoeker heeft op 18 juli 2024 beroep ingesteld tegen dit besluit en om een voorlopige voorziening gevraagd.
Verzoeker heeft op 17 juli 2024 zelfstandig naar Turkije gereisd zonder een terugkeervisum. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker terecht de toegang tot Nederland is geweigerd, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van de Schengengrenscode en de Vreemdelingenwet. Verzoeker heeft geen geldige verblijfsvergunning en er geldt een inreisverbod. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het administratief beroep geen redelijke kans van slagen heeft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.