ECLI:NL:RBDHA:2024:14385
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de voortduren van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel, opgelegd op 26 april 2024, is onderwerp van discussie omdat eiser verzoekt om schadevergoeding en stelt dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is. De rechtbank heeft eerder al uitspraken gedaan over deze maatregel, waaronder op 14 mei 2024 en 1 juli 2024, en heeft het vooronderzoek op 30 augustus 2024 gesloten zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 27 juni 2024. Eiser stelt dat er geen vooruitzicht is op verwijdering, omdat hij nog niet is gepresenteerd aan de Algerijnse autoriteiten. De rechtbank wijst deze beroepsgrond af, verwijzend naar eerdere oordelen.
Daarnaast voert eiser aan dat de minister onvoldoende voortvarend werkt aan de uitzetting, omdat er tussen 30 juli en 22 augustus 2024 geen uitzettingshandelingen zijn verricht. De rechtbank concludeert echter dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld, gezien de verschillende handelingen die zijn verricht na het sluiten van het onderzoek. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel en verklaart het beroep ongegrond, waarbij ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.