ECLI:NL:RBDHA:2024:14417
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag door gebrek aan procesbelang
Op 6 augustus 2023 heeft eiser een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister heeft deze aanvraag op 28 juni 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond en eiser een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Tijdens de zitting op 25 juli 2024 is het beroep behandeld, maar eiser heeft op 2 augustus 2024 de opvang verlaten zonder de minister of zijn gemachtigde op de hoogte te stellen van zijn verblijfsplaats. Dit heeft geleid tot de vraag of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen contact meer heeft met zijn gemachtigde en geen prijs meer stelt op bescherming in Nederland. De rechtbank wijst op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 1 juli 2024, waarin wordt gesteld dat als een vreemdeling zonder kennisgeving vertrekt, er in beginsel vanuit wordt gegaan dat hij geen bescherming meer zoekt. De rechtbank concludeert dat er geen concrete aanknopingspunten zijn om van deze lijn af te wijken.
Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.