ECLI:NL:RBDHA:2024:14604
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.P. Loman
- A.W. van Eerden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in asielzaak na inwilligend besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van een verzoeker inzake zijn asielaanvraag. De verzoeker had op 30 augustus 2023 zijn asielaanvraag ingediend, waarop de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet tijdig had beslist. Op 18 juli 2024 heeft de minister alsnog een inwilligend besluit genomen, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De minister heeft echter aangegeven de proceskosten niet te willen vergoeden.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de verzoeker is tegemoetgekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een ontvankelijk beroep, omdat de beslistermijn voor de asielaanvraag was verlengd tot 1 december 2024. De ingebrekestelling van 6 juni 2024 was prematuur, wat zou hebben geleid tot een niet-ontvankelijk beroep.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot proceskostenveroordeling als kennelijk ongegrond afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.