Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb), verweerder
Inleiding
en teruggevorderd over de periode van februari 2023 tot en met april 2023 tot een bedrag van € 1.024,85.
Beoordeling door de rechtbank
1 december 2021 op het adres van eiser ingeschreven. Ter zitting is toegelicht dat zij inmiddels alleen nog op het adres van eiser is ingeschreven met een postadres.
17 februari 2023 om informatie verzocht over het vermogen van mw. [naam] , met name met betrekking tot haar woning in Spanje, om het recht op AIO-aanvulling te kunnen beoordelen. Omdat eiser deze informatie niet heeft verstrekt, kan volgens verweerder het recht op AIO-aanvulling vanaf 1 februari 2023 niet worden vastgesteld en is de AIO-aanvulling ingetrokken vanaf 1 februari 2023 en teruggevorderd over de maanden februari, maart en april 2023. Verweerder heeft de intrekking en terugvordering gehandhaafd bij bestreden besluit II. Verweerder heeft vanwege dringende redenen de AOW-uitkering en de AIO-aanvulling niet met volledige terugwerkende kracht heeft teruggevorderd vanaf
1 december 2021.
25 januari 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP3981 en van 27 november 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY4656.
1 februari 2023 niet vaststellen. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank daarom op de juiste gronden het recht op AIO-aanvulling vanaf 1 februari 2023 ingetrokken en over de maanden februari, maart en april 2023 teruggevorderd tot een bedrag van € 1.024,85.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.Y. Al-Qaq, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2024.