Beoordeling door de rechtbank
5. De rechtbank beoordeelt het bestreden besluit. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
6. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
7. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft op 24 januari 2020 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
8. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat zijn opa is vermoord door de Fulani.Zijn opa was imam en is vermoord omdat hij een geboortefeestje van een christelijke vriend had bijgewoond. Volgens de Fulani was dat in strijd met de shariawetgeving. Eiser en zijn familie zijn na deze gebeurtenis bekeerd tot het christendom. Als gevolg daarvan zijn eisers ouders, broer en vrouw vermoord en is eiser mishandeld door de Fulani. Eiser heeft daardoor in het ziekenhuis gelegen. Met hulp van mensenhandelaar [naam mensenhandelaar] is eiser gevlucht naar Italië. Aldaar vernam eiser van de mensenhandelaar dat hij hem € 35.000 was verschuldigd. Om dit terug te betalen zou eiser drugs moeten verkopen. Omdat eiser dit weigerde, is hij ontvoerd en gemarteld. Toen eiser instemde met de eis is hij ontkomen en naar Nederland gevlucht. Eiser vreest bij terugkeer voor de Fulani en de mensenhandelaar.
9. Eiser heeft om zijn asielrelaas te onderbouwen de volgende documenten overgelegd:
- Een verklaring van [naam advocaat] (advocaat) van 11 maart 2019;
- Een verklaring onder ede (affidavit) van [naam persoon]
- Een dreigbericht van de Fulani via Facebook;
- Twee foto’s van eiser bij een gaypride.
10. Eiser is op 29 november 2021 en 23 februari 2022 nader gehoord over zijn asielmotieven. Van deze gehoren is één rapport opgemaakt op 23 februari 2022. Op 10 maart 2022 heeft verweerder een voornemen uitgebracht om de asielaanvraag af te wijzen. Op 7 april 2022 heeft eiser op dit voornemen gereageerd met een zienswijze. In deze zienswijze heeft eiser een nieuw asielmotief naar voren gebracht, namelijk dat hij biseksueel is. Eiser is over dat motief op 16 juni 2022 aanvullend gehoord. Eiser heeft bij alle gehoren correcties en aanvullingen ingediend. Op 17 januari 2023 heeft verweerder een nieuw voornemen uitgebracht en bericht dat het voornemen van 10 maart 2022 vervalt.
11. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Opa van eiser vermoord door de Fulani;
Bekering tot het christendom;
Problemen met de Fulani vanwege de bekering;
Problemen met de mensenhandelaar;
Biseksuele geaardheid.
Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. Echter volgt verweerder niet dat eisers opa is vermoord door de Fulani, dat eiser is bekeerd tot het christendom en dat hij als gevolg daarvan ook problemen heeft met de Fulani. Eiser heeft over deze gebeurtenissen tegenstrijdige verklaringen afgelegd en de door eiser overgelegde documenten rijmen niet met eisers verklaringen. Eiser kan daarnaast weinig vertellen over het christendom en wat de bekering voor hem betekende. Verder gelooft verweerder niet dat eiser problemen heeft met de mensenhandelaar. Volgens verweerder heeft eiser ongerijmd verklaard over de manier waarop hij ontsnapt is aan de mensenhandelaar. Tot slot heeft eiser volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij biseksueel is. Niet alleen heeft eiser pas laat in de procedure dit asielmotief naar voren gebracht, ook heeft eiser oppervlakkig en summier verklaard over zijn geaardheid en zijn ervaringen met biseksualiteit.
12. Eiser voert daartegen aan dat verweerder ten onrechte zijn asielrelaas ongeloofwaardig vindt en zijn asielaanvraag heeft afgewezen. De beroepsgronden die eiser in dat verband heeft aangevoerd worden hierna weergegeven en beoordeeld.
13. Eiser voert aan dat verweerder het referentiekader van eiser onvoldoende heeft betrokken in de besluitvorming. Uit het advies van MediFirstkomt naar voren dat eiser concentratie- en geheugenproblemen heeft en slechts bij benadering data kan noemen. Daarnaast heeft verweerder de afkomst en achtergrond van eiser niet meegenomen in het referentiekader. Eiser beroept zich op een uitspraak van de Afdelingvan 26 april 2023.Weliswaar heeft verweerder het referentiekader in de besluitvorming opgenomen, maar niet inzichtelijk is hoe verweerder dat referentiekader bij de beoordeling heeft betrokken.
14. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt deze beroepsgrond niet. Verweerder heeft in het voornemen uiteen gezet van welk referentiekader verweerder bij eiser uitgaat. Verweerder wijst er verder terecht op dat tijdens het horen van eiser rekening is gehouden met de vraagstelling door korte en eenduidige vragen te stellen en eiser voldoende tijd te geven om te antwoorden. Ook zijn regelmatig pauzes ingelast. Verweerder heeft daarnaast rekening gehouden met de situatie dat eiser geheugenproblemen heeft door in het gehoor door te vragen en eiser te confronteren met tegenstrijdige verklaringen. Eiser heeft verder niet nader onderbouwd op welke wijze verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser in de besluitvorming.
Overlijden opa en familieleden
15. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte aan hem tegenwerpt dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over de datum waarop zijn opa naar het geboortefeestje is geweest en de datum waarop zijn opa is vermoord door de Fulani. In zijn brief van 17 januari 2024 heeft eiser de tijdlijn waarbinnen alles heeft plaatsgevonden nog eens opgehelderd. Eiser heeft dan ook niet tegenstrijdig verklaard over dit element.
16. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft gevonden dat eisers opa is vermoord door de Fulani. Allereest heeft eiser geen overlijdensakte overgelegd om aan te tonen dat zijn opa is overleden. Eiser heeft ook ter zitting niet kunnen uitleggen waarom hij een dergelijke akte niet heeft overgelegd. Dit klemt met name, nu hij wel een affidavit en een verklaring van een advocaat over deze gebeurtenissen heeft weten te bemachtigen. Daarnaast heeft eiser ook met zijn verklaringen niet aannemelijk gemaakt dat zijn opa is vermoord door de Fulani. Verweerder heeft in dat verband terecht overwogen dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over wanneer zijn opa het geboortefeest heeft bijgewoond en wanneer zijn opa vervolgens is vermoord. Zo verklaart eisers eerst dat zijn opa op 27 mei 2015 het geboortefeest heeft bijgewoond, en later in september 2015 en ook verklaart hij wisselend of zijn opa is vermoord in september 2015 of de dag na het geboortefeest.Eisers verklaart dan niet alleen wisselend over data van de gebeurtenissen maar ook of het gaat om dagen of maanden.Van eiser mag worden verwacht dat hij consistent verklaart over deze gebeurtenissen, nu deze de kern van zijn asielrelaas vormen. De door eiser overgelegde verklaring van de advocaat van eiser en de affidavit rijmen bovendien ook niet met eisers verklaringen. In deze documenten staat namelijk dat eisers opa in september 2015 het geboortefeestje heeft bezocht en de volgende dag is vermoord. Eiser heeft niet bestreden dat de inhoud van de documenten niet rijmt met zijn verklaringen. Eisers uitleg dat zijn neef de documenten heeft geregeld en hij de documenten niet heeft gecontroleerd, neemt deze ongerijmdheden niet weg.
Bekering tot het christendom
17. Volgens eiser vindt verweerder ten onrechte niet geloofwaardig dat eiser is bekeerd tot het christendom. Eiser heeft over de bekering niet ongerijmd en tegenstrijdig verklaard. Ten onrechte werpt verweerder tegen dat eiser heeft verklaard dat hij nog gelooft in de islam. Hij heeft daarnaast voldoende inzichtelijk gemaakt waarom hij en zijn familie zijn bekeerd. Ook heeft hij persoonlijke verklaringen afgelegd over de activiteiten die hij verrichtte voor zijn geloof en wat de bekering bij hem teweeg heeft gebracht. Verder is niet duidelijk waarom verweerder van eiser verwacht dat hij uitlegt hoe hij afscheid heeft kunnen nemen van de islam. Tot slot heeft eiser voldoende aangetoond dat hij beschikt over accurate kennis van het christendom.
18. De rechtbank stelt vast dat verweerder overeenkomstig Werkinstructie (WI) 2022/3 de verklaringen van eiser over zijn bekering heeft getoetst aan de hand van de volgende thema’s: (1) motieven voor en proces van bekering, (2) kennis van het nieuwe geloof en (3) activiteiten, zoals bezoeken aan religieuze bijeenkomsten binnen de nieuwe geloofsovertuiging en het effect van de veranderingen. De verklaringen van eiser over deze thema’s moeten worden bezien in onderlinge samenhang, maar ook in het licht van de overige omstandigheden, zoals de verklaringen van derden. WI 2022/3 vermeldt dat in het algemeen kan worden gesteld dat het zwaartepunt in de meeste gevallen ligt bij de motieven voor en het proces van bekering. Daarnaast is verweerder op zoek naar het authentieke verhaal van de vreemdeling. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het referentiekader van de vreemdeling en het gegeven dat niet iedere vreemdeling gewend is om over zijn persoonlijke gevoelens te vertellen. De rechtbank acht deze gedragslijn redelijk voor de beoordeling of een gestelde bekering geloofwaardig is.
19. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder niet ten onrechte de bekering van eiser niet geloofwaardig gevonden. Verweerder heeft zich allereerst terecht op het standpunt gesteld dat de omstandigheid dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn opa is vermoord, op voorhand afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van dit element. Immers eiser heeft verklaard dat de moord op zijn opa de reden was voor zijn familie om zich te bekeren tot het christendom. Daarnaast heeft verweerder niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat eiser met zijn verklaringen niet heeft kunnen overtuigen dat hij is bekeerd tot het christendom. Verweerder wijst er in dat verband terecht op dat eiser heeft verklaard dat hij nog gelooft in de islam. Eiser heeft niet kunnen uitleggen hoe dat rijmt met zijn bekering. Eisers uitleg dat hij nog gelooft in de islam maar geen moslim meer is, neemt deze ongerijmdheid niet weg. Verder legt eiser onvoldoende uit wat de bekering voor hem betekende. De enkele verklaring van eiser dat het moeilijk was om te bekeren van de islam naar het christendom, heeft verweerder onvoldoende kunnen vinden. Verweerder heeft mogen verwachten dat eiser zou kunnen uitleggen om welke reden de bekering voor hem moeilijk was. Ook heeft verweerder niet ten onrechte het standpunt ingenomen dat eiser geen inzicht heeft gegeven in wat hem nu zo aantrok aan het christendom. Tot slot heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser weinig accurate kennis heeft over het christendom. Zo kan eiser geen bijbelverhalen noemen en slechts enkele psalmen.Verweerder wijst er terecht op dat eiser onjuist verklaart dat een van de door hem genoemde psalmen gaat over vergeving. Ook noemt eiser Nieuwjaar ten onrechte een christelijke feestdag. Verweerder heeft in dit verband kunnen vinden dat van iemand die stelt al zeven jaar in het christendom te geloven, meer verwacht mag worden.
20. Over de gestelde problemen met de Fulani voert eiser aan dat hij niet tegenstrijdig verklaard heeft. Zijn vader is vaker bedreigd door de Fulani en eiser was daar niet altijd bij aanwezig. Daarom vernam hij soms van zijn moeder dat zijn vader weer bedreigd was. Ook heeft hij niet tegenstrijdig verklaard over wie hem heeft geholpen nadat hij mishandeld is door de Fulani.
21. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte eisers gestelde problemen met de Fulani niet geloofwaardig heeft gevonden. Allereerst overweegt verweerder terecht dat eiser niet met officiële documenten heeft onderbouwd dat zijn ouders, broer en echtgenote zijn vermoord. Daarnaast overweegt verweerder terecht dat eiser tegenstrijdig verklaart over de wijze waarop hij vernam dat zijn vader door de Fulani werd bedreigd. Enerzijds verklaart hij dat hij erbij was, anderzijds verklaart hij dat hij dit hoorde van zijn moeder en later ook van zijn vader.Anders dan eiser stelt, heeft hij het niet gehad over een aantal bedreigingen maar over de eerste keer dat zijn vader bedreigd werd. Eiser kan overigens niet vertellen wanneer en hoe vaak zij zijn bedreigd. Ook vertelt eiser nagenoeg niets over de inhoud van de gestelde bedreigingen.
22. Verder heeft verweerder de verklaringen van eiser dat zijn vader door de Fulani is verzocht om eisers opa als imam op te volgen, niet hoeven volgen. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat het niet voor de hand ligt dat de Fulani eisers vader verzoeken om hem op te volgen, terwijl zij eisers opa hebben vermoord vanwege zijn aanwezigheid op een christelijk geboortefeest. Uit bronnen waarnaar verweerder heeft verwezen blijkt bovendien dat een imam wordt gekozen vanwege zijn kennis en vrome levenswijze en niet, zoals eiser stelt, dat de functie van imam overgaat van vader op zoon.Verder heeft verweerder ongerijmd kunnen vinden dat eisers vader de Fulani vertelt dat het gezin christen geworden is, terwijl de opa van eiser is vermoord vanwege het bijwonen van een christelijk geboortefeest. Tot slot wijst verweerder er terecht op dat eisers verklaringen ook op dit punt niet overeenkomen met de affidavit en de verklaring van de advocaat. Daarin staat namelijk dat eisers vader op 27 mei 2015 is gevraagd om eisers opa als imam op te volgen, terwijl deze gebeurtenis volgens eiser plaatsvond nadat zijn opa was vermoord. In de documenten staat bovendien dat eisers opa in september 2015 zou zijn vermoord, zodat ook die verklaringen niet met elkaar overeenkomen.
23. Verweerder vindt verder niet ten onrechte niet geloofwaardig dat eiser mishandeld is door de Fulani. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat eiser wisselend verklaard heeft over wie hem heeft geholpen na de mishandeling. Echter nu verweerder niet ten onrechte de overige gestelde problemen met de Fulani niet geloofwaardig heeft gevonden, doet deze vaststelling op voorhand afbreuk aan de geloofwaardigheid van de gestelde mishandeling. Daarnaast heeft eiser geen documenten overgelegd van bijvoorbeeld het ziekenhuis waar hij na de gestelde mishandeling zou zijn opgenomen. Ook heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat de door eiser overgelegde schermafbeelding niet bijdraagt aan de geloofwaardigheid van de gestelde problemen van eiser met de Fulani. Zo is het bericht ongedateerd en blijkt uit het bericht niet wie het bericht heeft gestuurd.
24. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte zijn verklaringen over de problemen met de mensenhandelaar ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser vindt dat hij niet ongerijmd heeft verklaard over hoe hij is ontkomen aan de handlangers van de mensenhandelaar. Bovendien had verweerder moeten doorvragen als hij meer had willen weten van eiser. Eiser beroept zich op een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 30 juni 2022.
25. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank niet ten onrechte eisers gestelde problemen met de mensenhandelaar ongeloofwaardig geacht. Omdat verweerder niet ten onrechte de gestelde problemen van eiser in Nigeria ongeloofwaardig heeft geacht heeft verweerder kunnen vinden dat dit op voorhand afbreuk doet aan de door eiser gestelde noodzaak om Nigeria te ontvluchten. Daarnaast heeft verweerder eisers verklaringen over zijn ontsnapping aan de handlangers van de mensenhandelaar als ongerijmd kunnen aanmerken. Niet valt in te zien dat eiser na zijn ontvoering eenvoudig kon vluchten doordat de handlangers hem zonder toezicht naar het toilet lieten gaan. Daarnaast heeft verweerder er terecht op gewezen dat eiser heeft verklaard dat hij sinds 2016 niets meer heeft vernomen van de mensenhandelaar, dat hij de mensenhandelaar in Libië heeft leren kennen en dat deze man bovendien in Italië dan wel Libië woonachtig zou zijn. Niet valt in te zien dat eiser bij terugkeer naar Nigeria nog te vrezen heeft voor de mensenhandelaar. Het beroep van eiser op de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, maakt dat niet anders. Het ligt immers op de weg van eiser om zijn asielrelaas aannemelijk te maken met zijn verklaringen. Eiser heeft niet inzichtelijk gemaakt dat verweerder over dit onderwerp onvoldoende heeft doorgevraagd en dat aanvullende verklaringen van eiser vervolgens tot een andere uitkomst zouden kunnen leiden.
26. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte niet geloofwaardig vindt dat eiser biseksueel is. Eiser stelt dat hij niet eerder aan verweerder durfde te vertellen dat hij biseksueel is en verweerder mag dan ook niet aan hem tegenwerpen dat hij pas bij de zienswijze zijn geaardheid naar voren heeft gebracht. Verweerder heeft er onvoldoende rekening mee gehouden dat eiser afkomstig is uit een land waar zijn geaardheid strafbaar is. Daarnaast heeft eiser voldoende duidelijk verklaard over zijn geaardheid en heeft hij ter onderbouwing foto’s overgelegd van zijn lhbti-gerelateerde activiteiten in Nederland. Eiser heeft verder uitgebreid verklaard over de situatie van lhbti in Nigeria. Eiser beroept zich in dat verband op een uitspraak van de Afdeling van 12 januari 2023.Verweerder heeft niet uitgelegd waarom deze verklaringen de overige verklaringen niet compenseren.
27. De wijze waarop verweerder een door een asielzoeker gestelde geaardheid moet beoordelen, is neergelegd in Werkinstructie 2019/17. Deze gaat ervan uit dat er geen standaard stappenplan wordt gehanteerd, maar dat de vreemdeling wel in de gelegenheid moet worden gesteld om aan de hand van een aantal thema’s te verklaren over zijn authentieke verhaal. Die thema's zijn: privéleven en omgeving, huidige en voorgaande relaties, contact met LHBTI-organisaties in het land van herkomst en in Nederland, en discriminatie, repressie en vervolging in het land van herkomst. In de uitspraak van de Afdeling van 4 augustus 2021is geoordeeld dat er een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling moet plaatsvinden van de verklaringen van de vreemdeling over deze thema’s en dat verweerder die in onderlinge samenhang moet bezien met de overige verklaringen en eventueel overgelegd bewijsmateriaal.
28. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte eisers biseksualiteit ongeloofwaardig heeft gevonden. Verweerder heeft daarbij allereerst kunnen betrekken dat eiser voor het eerst bij de zienswijze van 7 april 2022 zijn gestelde geaardheid heeft genoemd. Dat eiser volgens zijn eigen verklaringen dit asielmotief niet eerder naar voren heeft durven brengen omdat hij bang was, heeft verweerder niet hoeven volgen. Niet alleen omdat eiser op dat moment al sinds april 2019 in Nederland verbleef, ook zou hij sindsdien een liefdesrelatie hebben met een Nederlandse man, genaamd Joshua. Eiser heeft dus vlak na zijn aankomst in Nederland al uiting gegeven aan zijn geaardheid door een relatie aan te gaan met een man. Dit rijmt niet met zijn verklaringen dat hij zijn geaardheid verborgen wilde houden en dat dacht dat hij hierover niet kon verklaren. Verweerder mocht verwachten dat eiser onder deze omstandigheden op de hoogte was van de situatie van lhbti in Nederland, en dat het veilig was om over zijn geaardheid te vertellen.
29. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn gevoelens voor mannen en vrouwen. Zo verklaart eiser enerzijds dat de gevoelens voor beiden gelijk zijnen anderzijds dat hij zich meer aangetrokken voelt tot mannen en dat zijn gevoelens voor mannen sterker zijn.Ook heeft verweerder kunnen vinden dat eisers verklaringen over zijn angst in verband met zijn geaardheid niet rijmen met eisers gestelde handelen toen hij voor het eerst in aanraking kwam met homoseksualiteit. Zo heeft eiser vertelt dat hij zijn vrienden [naam vriend] en [naam vriend] op een dag naakt zag en dat hij aanvankelijk schrok maar zich ook al snel op zijn gemak voelde en gelijk meedeed. Ook heeft verweerder kunnen vinden dat het niet in overeenstemming is met eisers gestelde angst dat eiser aan zijn eerste vrouw, nog voordat zij een relatie hadden, via de chat vertelde dat hij niet op vrouwen valt.
30. De rechtbank volgt eiser in zijn beroepsgrond dat het geen afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn geaardheid dat hij niet direct interesse had in het verder vergaren van informatie over de LHBTI-gemeenschap in Nederland, ondanks zijn relatie met een man. Echter leidt dat niet tot een ander oordeel over de geloofwaardigheid van eisers gestelde geaardheid. Dit punt en de door eiser overgelegde foto’s maken niet dat eiser zijn oppervlakkige verklaringen over zijn geaardheid heeft gecompenseerd als bedoeld in de uitspraak van de Afdeling van 4 augustus 2021. Het beroep van eiser op de uitspraak van de Afdeling van 12 januari 2023 slaagt evenmin. Verweerder heeft, anders dan in die uitspraak, kenbaar gemotiveerd wat hij vindt van de verklaringen van eiser over zijn kennis en activiteiten ten aanzien van lhbti.