ECLI:NL:RBDHA:2024:14890
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.M. Heilbron, heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een ingebrekestelling heeft ingediend, maar dat deze te vroeg was ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ten tijde van de inwerkingtreding van het besluit WBV 2023/3, er sprake was van een situatie die de verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde. Hierdoor was de ingebrekestelling van eiser niet geldig, wat leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak zelf, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.