ECLI:NL:RBDHA:2024:1507
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake machtiging tot voorlopig verblijf voor nareis
In deze zaak hebben eisers, allen van Syrische nationaliteit, op 10 november 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. Na een periode van inactiviteit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, hebben eisers op 5 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op 31 augustus 2023 het beroep gegrond verklaard en de Staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Echter, op 27 november 2023 hebben eisers opnieuw beroep ingesteld omdat er wederom geen besluit was genomen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, en dat er geen termijn is verbonden aan het indienen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris niet binnen de gestelde termijn heeft beslist en dat er inmiddels een dwangsom van € 7.500 is opgebouwd. De rechtbank heeft de Staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 200 per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, en de Staatssecretaris opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens zijn de proceskosten van eisers vastgesteld op € 437,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.