ECLI:NL:RBDHA:2024:15336
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben. De maatregel van bewaring was eerder opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 10 april 2024. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek op 24 september 2024 gesloten zonder zitting.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat de beoordeling van het voortduren van de maatregel enkel betrekking heeft op de periode na 16 augustus 2024. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije was, omdat er onduidelijkheid bestond over de geboekte vlucht. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er een vlucht gepland staat voor 2 oktober 2024 en dat de Algerijnse autoriteiten hebben toegezegd een laissez-passer (LP) af te geven.
De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht op uitzetting is en dat de belangenafweging niet in het voordeel van eiser uitvalt. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.