ECLI:NL:RBDHA:2024:15430
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2024 uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die zich richtte tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had zijn aanvraag op 16 augustus 2023 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen verlengd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser een ingebrekestelling heeft ingediend op 21 februari 2024, maar deze was prematuur, omdat de beslistermijn door de WBV 2023/3 was verlengd tot 16 november 2024. Hierdoor was het beroep van eiser niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden en het onderzoek schriftelijk is gesloten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van niet tijdig beslissen niet zijn vervuld, en heeft verwezen naar eerdere uitspraken ter onderbouwing van haar beslissing. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.