ECLI:NL:RBDHA:2024:15684

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
AWB 24/2331
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielopvangzaak

Op 18 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 24/2331. Het betreft een verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in beroep is gegaan tegen de afwijzing van zijn verzoek om continuering van de opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De afwijzing van het COA vond plaats op 14 februari 2024. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J. Eizenga, heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij in afwachting was van de uitkomst van zijn beroep.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 juni 2024 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van het COA, mr. A. Hadfy-Kovacs, aanwezig waren. In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een ander beroep (zaaknummer AWB 24/2329), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep is beslist. Hierdoor wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/2331

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 juli 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. Eizenga),
en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder (COA)

(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de afwijzing van het verzoek om continueren van de opvang bij het COA.
1.1.
Het COA heeft het verzoek om opvang met het besluit van 14 februari 2024 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van het COA.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 24/2329, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Wilpstra-Foppen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2024.
griffier
voorzieningenrechter
De griffier is verhinderd om deze uitspraak te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.