ECLI:NL:RBDHA:2024:15972
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Bruinse - Pot
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de asielaanvraag en terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. Het besluit, genomen op 4 juli 2024, verklaarde de asielaanvraag van eiser kennelijk ongegrond, handhaafde het opgelegde terugkeerbesluit en legde een inreisverbod van twee jaar op. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 22 juli 2024 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken (MOB). De gemachtigde van eiser heeft op 31 juli 2024 laten weten geen contact meer te hebben met eiser. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat eiser niet langer bescherming in Nederland zoekt en derhalve geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het beroep. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter D. Bruinse - Pot, in aanwezigheid van griffier M. Kok, en is openbaar uitgesproken. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.