ECLI:NL:RVS:2024:3636
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard
Op 26 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 4 juli 2024 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.H.M. Handring, advocaat in Venlo, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Tijdens de procedure heeft de minister van Asiel en Migratie laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact met hem heeft. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen bescherming meer in Nederland zoekt. Hierdoor heeft de vreemdeling geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 september 2024.