ECLI:NL:RBDHA:2024:16105
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag wegens internationale bescherming in Duitsland
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk te verklaren. Eiser, van Syrische nationaliteit, heeft op 11 september 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 28 september 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser in Duitsland internationale bescherming geniet. Dit besluit werd later op 17 april 2024 herbevestigd. Eiser heeft aangevoerd dat hij psychische klachten heeft en dat zijn situatie in Duitsland onhoudbaar is, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Duitse autoriteiten hem niet de benodigde zorg kunnen bieden.
De rechtbank stelt vast dat er geen geschil bestaat over het feit dat eiser internationale bescherming heeft gekregen in Duitsland. Dit betekent dat hij een zodanige band met Duitsland heeft dat het redelijk is om naar dat land terug te keren. De rechtbank wijst op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat men ervan uit kan gaan dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat er structurele tekortkomingen zijn in de zorg voor statushouders in Duitsland.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser heeft geen recht op een inhoudelijke behandeling van zijn asielaanvraag in Nederland, en het beroep wordt ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.