Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 oktober 2024 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door mr. Z.M. Alaca, had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, waarin zijn asielaanvraag op 10 juli 2024 niet-ontvankelijk was verklaard. Tijdens de zitting op 10 oktober 2024 was de eiser niet aanwezig, noch zijn gemachtigde, wat leidde tot de vraag of er nog procesbelang was bij het beroep.
De rechtbank overwoog dat als een vreemdeling met onbekende bestemming vertrekt en geen contact meer heeft met zijn gemachtigde, er van uitgegaan moet worden dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk had verzocht. In dit geval had de minister op 1 oktober 2024 gemeld dat de eiser op 4 september 2024 met onbekende bestemming was vertrokken en sindsdien niet meer was teruggekeerd. De gemachtigde van de eiser had op 1 oktober 2024 laten weten dat hij op 2 september 2024 voor het laatst contact had gehad met de eiser.
Aangezien de gemachtigde niet meer wist waar de eiser zich bevond en er geen contact meer was, concludeerde de rechtbank dat de eiser geen rechtens te beschermen belang had bij de beoordeling van het bestreden besluit. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, wat betekende dat het bestreden besluit in stand bleef. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.