ECLI:NL:RBDHA:2024:17027
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek schadefonds geweldsmisdrijven wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft eiser, die slachtoffer is geworden van een poging tot doodslag, een herzieningsverzoek ingediend bij de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiser had eerder een aanvraag voor een uitkering uit het Schadefonds ingediend, welke was afgewezen omdat hij al een schadevergoeding van de verdachte had ontvangen. Eiser heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, waardoor het besluit in rechte vaststaat. Op 17 november 2023 heeft eiser een verzoek tot herziening ingediend, maar dit werd door verweerder afgewezen op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening konden rechtvaardigen.
Eiser betoogde dat er wel nieuwe feiten waren, namelijk dat zowel de rechtbank als het gerechtshof in de strafprocedure een schadevergoeding aan hem hadden toegekend, zonder rekening te houden met een eerder betaald bedrag door de verdachte. De rechtbank oordeelde echter dat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die tot een andere beslissing konden leiden. De rechtbank benadrukte dat een uitspraak van een rechterlijke instantie op zich geen nieuw gebleken feit is en dat eiser zijn argumenten eerder had moeten aanvoeren in de bezwaarprocedure.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht het herzieningsverzoek had afgewezen en dat het beroep ongegrond was. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 24 oktober 2024.