Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] ,
[naam] ,
[naam] ,
Inleiding
Beslissing
F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 24 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding. De eisers, drie Syrische nationalen, hadden eerder een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. Deze aanvraag was op 7 december 2022 ingediend, maar de minister van Asiel en Migratie had niet tijdig op deze aanvraag beslist. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 28 september 2023 het beroep van de verzoekers gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij niet-naleving. Op 25 januari 2024 dienden de verzoekers opnieuw een beroep in tegen het uitblijven van een besluit, maar de rechtbank oordeelde dat dit beroep niet-ontvankelijk was omdat de maximale dwangsom nog niet was volgelopen. De rechtbank overwoog dat er geen sprake was van tegemoetkomen aan de verzoekers in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af als kennelijk ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.