ECLI:NL:RBDHA:2024:17475

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.27736
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Congolese eiser op grond van kennelijk ongegrondheid en gebrek aan gegronde vrees voor vervolging

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Congolese eiser. De eiser had op 18 januari 2019 voor het eerst een asielaanvraag ingediend, die door de minister van Asiel en Migratie op 9 juli 2024 was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van de eiser op 26 september 2024 behandeld. De eiser stelde dat hij problemen had ondervonden vanwege zijn politieke activiteiten en lidmaatschap van de politieke partij MLC in Congo. De rechtbank oordeelde dat de minister de identiteit en herkomst van de eiser geloofwaardig achtte, maar dat de vrees voor vervolging niet gegrond was. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij een reëel risico liep op ernstige schade bij terugkeer naar Congo. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de minister bevestigd, waarbij werd gewezen op het tijdsverloop tussen de gestelde problemen en de aanvraag, en het feit dat de eiser in Nederland slechts online had deelgenomen aan politieke activiteiten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27736

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. A. Heida),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Procesverloop

Bij besluit van 9 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2024 op zitting behandeld in Breda. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, de gemachtigde van verweerder en [naam] als tolk.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1977 en de Congolese nationaliteit te hebben.
2. Eiser heeft op 18 januari 2019 voor het eerst een asielaanvraag ingediend in Nederland. Bij besluit van 9 april 2019 is die aanvraag niet in behandeling genomen, omdat het Verenigd Koninkrijk op grond van de Dublinverordening [1] verantwoordelijk was om de aanvraag te behandelen. Het daartegen ingestelde beroep is door deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, bij uitspraak van 14 mei 2019 ongegrond verklaard. De overdracht aan het Verenigd Koninkrijk heeft niet plaatsgevonden, omdat eiser met onbekende bestemming was vertrokken.
3. Op 16 juni 2021 heeft eiser de huidige asielaanvraag ingediend. Hij heeft hieraan het volgende ten grondslag gelegd. Eiser werkte als beveiliger bij de [kerk] . In mei 2003 organiseerde de kerk een campagne om Congo te helpen, genaamd [campagne] . Eiser is bij een religieuze bijeenkomst in een stadion geweest, waarbij de pastoor van de kerk een politieke preek heeft gehouden. Deze pastoor werd hierdoor gezocht door de autoriteiten en is later ook gearresteerd. Eiser heeft de woorden van deze pastoor herhaald, zowel tijdens de bijeenkomst als in een interview. Ook heeft eiser deelgenomen aan marsen en een protest voor vrijlating van de pastoor. Als gevolg hiervan is eiser tien keer gearresteerd in de jaren 2003 tot en met 2007. Eiser wist steeds uit de gevangenis te ontsnappen. Daarnaast is eiser van 2006 tot maart 2008 lid geweest van de politieke partij MLC. De leider van deze partij is gevlucht naar het buitenland, waar hij gearresteerd werd. In 2010/2011 is eiser zijn land ontvlucht. Hij heeft daarna in Engeland verbleven en heeft zich daar aangesloten bij de Congo Support Group. Verder heeft eiser in Congo te maken gehad met racisme en discriminatie vanwege zijn Mutandu etniciteit.
4. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht, maar daarbij opgemerkt dat eiser zijn identiteit niet met documenten heeft aangetoond. Daarnaast heeft verweerder geloofwaardig geacht dat eiser problemen heeft gehad vanwege zijn Mutandu etniciteit, dat hij betrokken was bij de [campagne] en dat hij lid is van de Congo Support Group. Dat eiser problemen heeft ondervonden vanwege het verrichten van activiteiten voor de [campagne] acht verweerder niet geloofwaardig. Ook is niet geloofwaardig geacht dat eiser lid is geweest van de politieke partij MLC. De geloofwaardig geachte elementen maken volgens verweerder niet dat eiser een gegronde vrees heeft voor vervolging of dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade. Omdat eiser niet onmiddellijk asiel heeft aangevraagd toen dat mogelijk was – hij is tussen oktober en december 2018 Nederland ingereisd en heeft pas op 18 januari 2019 voor het eerst asiel aangevraagd – heeft verweerder de asielaanvraag van eiser bij het bestreden besluit afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vw. [2]
5. Op wat eiser hiertegen in beroep aanvoert, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Identiteit van eiser
6. Eiser voert aan dat de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten over eisers verkiezingspas niet in het dossier zit en dat verweerder gelet daarop onvoldoende heeft onderbouwd dat met dit document de identiteit van eiser niet is aangetoond. Daarnaast heeft eiser een nieuw paspoort gekregen en hij biedt dit aan verweerder aan om te laten onderzoeken.
7. De rechtbank stelt vast dat verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser in het bestreden besluit geloofwaardig heeft geacht. Nu de geloofwaardigheid niet in geschil is, laat de rechtbank de beroepsgronden van eiser die zien op zijn identiteit onbesproken.
Problemen vanwege betrokkenheid bij [campagne]
8. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte de problemen als gevolg van de betrokkenheid bij [campagne] ongeloofwaardig heeft bevonden. Eiser heeft inzichtelijk gemaakt waarom hij gezocht werd door de autoriteiten. Daarnaast bestrijdt eiser dat hij wisselend zou hebben verklaard over de redenen van de arrestaties tussen 2003 en 2007 en de protesten waaraan hij heeft deelgenomen. Verweerder heeft ook ten onrechte ongeloofwaardig gevonden dat eiser tien keer is ontsnapt uit de gevangenis. Verder heeft verweerder ten onrechte opmerkelijk geacht dat eiser na 2007 geen problemen meer heeft ondervonden en zonder problemen Congo heeft kunnen verlaten. In de correcties en aanvullingen heeft eiser diverse verklaringen aangevuld. Verweerder heeft met die aanvullingen ten onrechte geen rekening gehouden. In dit verband wijst eiser op Werkinstructie 2014/10 en artikel 17 van de Procedurerichtlijn, [3] waaruit volgt dat verklaringen gecorrigeerd mogen worden. Verder wijst eiser erop dat hij tijdens het nader gehoor moe was en pijn had. Het is zeer aannemelijk dat dit invloed heeft gehad op zijn verklaringen op pagina 12 en 13 van het rapport van het nader gehoor. Eiser heeft ook onvoldoende pauzes gehad tijdens het nader gehoor. Dit maakt des te meer dat verweerder de correcties en aanvullingen had moeten betrekken bij zijn beoordeling.
9. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat verweerder geen toelichting van eiser had mogen verlangen op de correcties en aanvullingen. Uit vaste rechtspraak, waaronder de uitspraak van de Afdeling [4] van 24 november 2021, [5] volgt dat verweerder niet zonder meer wijzigingen of aanvullingen die naar voren worden gebracht in de correcties en aanvullingen hoeft over te nemen. Verweerder hoeft dit alleen te doen als eiser een deugdelijke verklaring geeft voor het feit dat hij essentiële punten van zijn asielrelaas pas in de correcties en aanvullingen naar voren heeft gebracht. [6] Artikel 17 van de Procedurerichtlijn staat daaraan niet in de weg. Verweerder heeft terecht overwogen dat eiser op essentiële punten zijn verklaringen heeft gewijzigd en daarbij geen toelichting heeft gegeven, onder andere ten aanzien van het noemen van zijn naam tijdens het interview voor een televisiezender en het onderduiken voorafgaand aan het vertrek uit Congo. Verweerder heeft deze wijzigingen zonder dat daarbij (voldoende) toelichting is gegeven dan ook niet hoeven betrekken bij de beoordeling.
10. Daarnaast wordt eiser niet gevolgd in zijn stelling dat verweerder tijdens het nader gehoor onvoldoende pauzes heeft ingelast. Verweerder heeft terecht overwogen dat aan eiser voorafgaand aan het nader gehoor is verzocht om het kenbaar te maken als hij behoefte heeft aan een pauze en dat tijdens het gehoor ook meermaals – in totaal zeven – pauzes zijn ingelast. Gelet daarop heeft verweerder kunnen overwegen dat het verschil tussen eisers verklaringen niet kan worden verklaard door het ontbreken van voldoende pauzes tijdens het nader gehoor.
11. Verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij, als onderdeel van de grote bijeenkomst van [campagne] , werd gezocht door de autoriteiten. In dat verband heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser vaag en algemeen heeft verklaard over het interview wat eiser na de bijeenkomst zou hebben gegeven en dat eiser tevens onjuist heeft verklaard over de naam van het televisiestation dat het interview uitzond. Ook heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat niet is gebleken dat eiser enige inspanning heeft geleverd om aan beeldmateriaal van het interview te komen. Verder heeft verweerder terecht overwogen dat eisers stelling dat hij opviel door zijn functie en kleding, berust op speculatie. De verklaringen van eiser over de arrestaties in de periode tussen 2003 en 2007 heeft verweerder voorts vaag en onvoldoende gedetailleerd kunnen achten. Verweerder heeft mogen verwachten dat eiser hierover uitvoerig kan verklaren, aangezien dit een essentieel punt van het asielrelaas betreft. Dit geldt eveneens voor de verklaringen van eiser over zijn beweegredenen om deel te nemen aan het protest in mei 2006, waarover verweerder heeft kunnen overwegen dat eisers verklaringen te algemeen van aard zijn. Daarnaast heeft verweerder de verklaringen van eiser over de redenen waarom hij gearresteerd werd terecht als wisselend aangemerkt, nu eiser enerzijds heeft verklaard dat hij gearresteerd werd omdat hij beveiliger was en anderzijds dat hij gearresteerd werd omdat hij een aanhanger van de pastoor was. Ook de verklaringen van eiser over het wel of niet aangehouden zijn tijdens een demonstratie in 2006 zijn terecht tegengeworpen, nu eiser tijdens het nader gehoor heeft verklaard niet te zijn aangehouden en in de correcties en aanvullingen – zonder toelichting daarbij – heeft verklaard wél aangehouden te zijn geweest. Verder heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat eiser vaag en onvoldoende concreet heeft verklaard over zijn ontsnappingen uit de gevangenis. Verweerder heeft niet ten onrechte tegengeworpen dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij tien keer kon ontsnappen uit verschillende gevangenissen, ondanks dat hij heeft bevestigd dat bewakers hem herkenden als persoon die meermaals was ontsnapt. De verwijzing van eiser naar het algemeen ambtsbericht over de Democratische Republiek Congo van 2012 is onvoldoende om de ontsnappingen van eiser aannemelijk te maken. Weliswaar staat daarin vermeld dat ontsnappingen uit de gevangenis aan de orde van de dag zijn, maar uit de toelichting daarop blijkt dat dit groepsontsnappingen betreft. Ook laat dit onverlet dat eiser over zijn ontsnappingen niet concreet heeft verklaard. Voorts heeft verweerder niet ten onrechte tegengeworpen dat sprake is van een groot tijdsverloop tussen de gestelde problemen en eisers vertrek uit Congo (het tijdvak tussen 2007 tot 2010/2011). Eiser heeft weliswaar in de correcties en aanvullingen gesteld dat hij in die periode ondergedoken heeft gezeten, maar verweerder heeft dit terecht ongerijmd geacht met eisers verklaring tijdens het nader gehoor dat hij zich niet bewust was van het gevaar. Deze correctie heeft verweerder niet zonder meer hoeven volgen, nu daarop onvoldoende toelichting is gegeven. Ook wordt eiser niet gevolgd in zijn stelling dat hij tijdens het gehoor onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om hierover te verklaren. Niet ten onrechte is verder aan eiser tegengeworpen dat hij vaag heeft verklaard over het omkopen van luchthavenmedewerkers tijdens zijn uitreis. Zo kan eiser geen schatting geven van het geldbedrag dat hij hiervoor heeft gebruikt. Tot slot is terecht aan eiser tegengeworpen dat zijn verklaring dat hij een uitreisverbod had niet strookt met zijn uitreis via het vliegveld.
12. Gelet op het voorgaande heeft verweerder niet ten onrechte de gestelde problemen vanwege de activiteiten van eiser voor [campagne] ongeloofwaardig geacht.
Lidmaatschap politieke partij MLC
13. Eiser voert aan dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het ongeloofwaardig is dat eiser lid is geweest van MLC. Hij heeft, anders dan verweerder meent, inzichtelijk gemaakt welke overtuiging hem ertoe heeft gebracht om lid te worden van MLC. Eiser heeft daarover concrete verklaringen afgelegd en bovendien heeft verweerder miskend dat iemand ook vanwege onvrede op algemene punten lid kan worden van een politieke partij. Daarnaast voert eiser aan dat hij in zijn verklaringen wellicht niet alle details van de vlag van MLC heeft genoemd, maar dat dit niet maakt dat hij geen lid kan zijn geweest van de partij. Ook is ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij wisselend heeft verklaard over het einde van zijn lidmaatschap, omdat hij zijn verklaringen heeft gecorrigeerd in de correcties en aanvullingen.
14.
Verweerder heeft niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser lid is geweest van MLC. Eiser heeft geen documenten overgelegd die zijn lidmaatschap aantonen. Daarnaast heeft verweerder kunnen overwegen dat eiser slechts algemeen heeft verklaard over zijn beweegredenen om lid te worden, terwijl van hem verwacht mag worden dat hij de redenen persoonlijk had kunnen maken. Verder heeft verweerder van belang kunnen achten dat eiser de vlag van MLC niet correct heeft beschreven tijdens het nader gehoor. Eiser heeft niets verklaard over de mier die afgebeeld staat op de vlag, terwijl dit het symbool is van MLC. Verweerder heeft terecht het standpunt ingenomen dat dit afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van eisers lidmaatschap. Verder heeft verweerder terecht tegengeworpen dat eiser wisselend heeft verklaard over het einde van zijn lidmaatschap. Zoals verweerder in het bestreden besluit heeft overwogen, heeft eiser daarover drie verschillende verklaringen gegeven en dit zonder toelichting aangepast in de correcties en aanvullingen waardoor verweerder die correctie niet heeft hoeven volgen.
Vrees vanwege politieke overtuiging
15. Eiser voert verder aan dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser in zijn land van herkomst geen risico loopt vanwege zijn politieke overtuiging. Dat sprake is van tijdsverloop, betekent niet dat het gevaar voor eiser is geweken. In dit verband wijst eiser op rapportages van Amnesty International uit 2016 en 2023 en het landenrapport van USDOS [7] uit 2023. Uit deze bronnen volgt dat het uiterst gevaarlijk is om kritiek te hebben op de Congolese autoriteiten of betrokken te zijn (geweest) bij een beweging die kritiek uit. Eiser zal bij terugkeer opnieuw kritiek hebben en deze uiten. Bij de beoordeling van de zwaarwegendheid van eisers politieke overtuiging heeft verweerder ten onrechte getoetst of de overtuiging sterk is. Dit is niet relevant en bovendien heeft eiser wel degelijk een sterke overtuiging.
16. Verweerder heeft terecht geconcludeerd dat eiser geen gegronde vrees voor vervolging heeft of een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar zijn land van herkomst vanwege zijn politieke overtuiging. Bij zijn beoordeling heeft verweerder terecht betrokken dat eiser in Nederland alleen heeft deelgenomen aan online vergaderingen van de Congo Support Group en in de zeven maanden voorafgaand aan het bestreden besluit geen vergaderingen meer heeft bijgewoond. Op basis hiervan heeft verweerder kunnen concluderen dat eiser geen sterke politieke overtuiging heeft. Eisers politieke activiteiten in zijn land van herkomst dateren nu al van meer dan 15 jaar geleden. Verweerder heeft terecht het standpunt ingenomen dat niet valt in te zien waarom de autoriteiten eiser nu nog zouden willen vervolgen voor zijn deelname aan [campagne] . Verweerder heeft daarbij opgemerkt dat de beweging niet meer actief is en ook niet wordt genoemd in het meest recente algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken over Congo.
Verder heeft verweerder ter zitting met juistheid verwezen naar een rapportage van het Britse Home Office van november 2023 waarin staat dat alleen prominente tegenstanders van president Tshisekedi en de Sacred Union mogelijk een risico lopen in bepaalde gevallen. [8] Eiser is geen prominente tegenstander. Verder blijkt uit de rapportage van Home Office dat de Congo Support Group niet in de negatieve belangstelling staat van de Congolese autoriteiten. Dat in de rapportage staat dat leiders, woordvoerders en ambtsdragers van APARECO mogelijk wel een risico lopen bij terugkeer, is onvoldoende voor de conclusie dat eiser een reëel risico loopt. Hiertoe behoort eiser immers niet.
Afwijzing asielaanvraag als kennelijk ongegrond
17. Eiser voert tot slot aan dat zijn asielaanvraag ten onrechte is afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft op 18 januari 2019 voor het eerst een asielaanvraag ingediend en die aanvraag is tijdig afgedaan. Daarnaast is eiser niet tijdens een gehoor gevraagd naar hoe de datum van zijn asielaanvraag zich verhoudt tot de datum van zijn binnenkomst in Nederland. Verweerder kan daarom niet tegenwerpen dat eiser zich niet direct heeft gemeld.
18. Eiser wordt hierin niet gevolgd. Niet betwist is dat eiser in de periode oktober tot december Nederland is ingereisd en op 18 januari 2019 voor het eerst asiel heeft aangevraagd. Verweerder was niet ertoe gehouden om eiser hierover te bevragen in een gehoor. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser als uitgeprocedeerde asielzoeker uit Engeland is vertrokken en dat om die reden niet gevolgd wordt dat eiser niet op de hoogte was van de asielprocedure. Verweerder mocht van eiser verwachten dat hij zich bij aankomst in Nederland zou melden bij de autoriteiten. Verweerder heeft de aanvraag dan ook terecht op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vw afgewezen als kennelijk ongegrond.
Conclusie
19. Het beroep is ongegrond.
20. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 24 oktober 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Vreemdelingenwet 2000.
3.Richtlijn 2013/32/EU.
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
6.Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 15 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3460.
7.Het US Department of State.
8.Landenbeleid en informatienota: oppositie tegen de regering, Democratische Republiek Congo, november 2023. Zie: https://assets.publishing.service.gov.uk/media/655362fc4ac0e1001277d806/COD+CPIN+Opposition+to+the+Government.pdf