Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
haar voogd van [naam instelling] . [1] Uit vaste rechtspraak volgt dat rechtsbijstand voorafgaand aan inbewaringstelling een cruciale waarborg is. Daarnaast volgt uit artikel 37d van het Verdrag inzake de rechten van het kind dat ieder kind dat van haar vrijheid is beroofd, het recht heeft onverwijld te beschikken over juridische en andere passende bijstand. Eiseres is minderjarig en daarmee handelingsonbekwaam en wordt niet in staat geacht haar rechten en plichten te kennen. Eiseres is bekend met PTSS [2] en zij is vlak voor het gehoor uit haar bed gelicht. Gelet hierop en gelet op de kwetsbare positie van eiseres (als minderjarige) mocht verweerder niet afgaan op de mededeling van eiseres dat zij door wilde gaan met het gehoor zonder advocaat. Ter onderbouwing verwijst eiseres naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch van 19 augustus 2019. [3] Een mogelijke verzwaarde belangenafweging valt in het voordeel van eiseres uit, nu een aanstaande overdracht geen zeer zwaarwegend belang is. [4]