Op 6 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de bodemzaak FT RK 24/909, waarin de curator q.q. verzoekt om het faillissement van de besloten vennootschap [bedrijfsnaam 3] B.V. De verweerster betwist niet de vorderingsrechten van de curator, maar stelt dat de curator geen redelijk belang heeft bij het faillissementsverzoek. De rechtbank oordeelt dat er wel degelijk sprake is van een redelijk belang, aangezien de verweerster in een toestand verkeert van hebben opgehouden te betalen. De rechtbank wijst het verzoek tot faillietverklaring toe, maar benoemt een andere curator dan de verzoekende curator, vanwege mogelijke tegenstrijdige belangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerster meerdere schulden heeft en dat er voldoende aanwijzingen zijn voor het bestaan van activa, zoals een waarborgsom en een potentiële NOW-subsidie. De rechtbank concludeert dat het faillissement kan worden uitgesproken, en benoemt mr. K.C. Mensink als curator. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 november 2024.