Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, heeft beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, die eerder als staatssecretaris van Justitie en Veiligheid fungeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, op 8 augustus 2024 is overschreden. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat er bijzondere omstandigheden zijn die een snelle beslissing vereisen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen over de asielaanvraag.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft het recht om binnen zes weken na de uitspraak verzet aan te tekenen als hij het niet eens is met de beslissing.