Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
alsnog een besluit op de asielaanvraag bekend te maken;
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 24 februari 2023 asiel aangevraagd. Op 25 augustus 2023 heeft eiser de minister van Asiel en Migratie in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 11 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op 31 mei 2024 het beroep gegrond verklaard en een beslistermijn van twee weken opgelegd. Eiser heeft op 29 augustus 2024 opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, en dat een ingebrekestelling vereist is wanneer de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is verstreken. In deze zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister niet binnen de eerder gegeven termijn heeft beslist, waardoor het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank legt een hogere dwangsom op van € 200 per dag, met een maximum van € 15.000, omdat de minister niet tijdig gevolg heeft gegeven aan de opdracht van de rechtbank.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit, en draagt de minister op om binnen twee weken alsnog een besluit op de asielaanvraag bekend te maken. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.