Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, waarbij Duitsland als verantwoordelijk land voor de behandeling van de asielaanvraag werd aangewezen. Eiser, die Gambiaanse nationaliteit heeft, was niet verschenen op de zitting, terwijl de gemachtigde van de minister wel aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de minister terecht had besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling. Eiser had eerder in Duitsland een asielaanvraag ingediend, die was afgewezen, maar hij had geen bewijs dat Duitsland zich niet aan internationale richtlijnen hield. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om aan te tonen dat er in zijn geval geen vertrouwen kon worden gesteld in de Duitse autoriteiten.
De rechtbank concludeerde dat de minister zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht baseren en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een overdracht aan Duitsland onredelijk zouden maken. Eiser had zijn bezwaren tegen de overdracht niet voldoende onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarmee het besluit van de minister werd bevestigd.