Uitspraak
Omgang
Beschikking op het op 26 oktober 2022 ingekomen verzoek van:
[de vader],
[de moeder],
Procedure
- zijn partijen doorverwezen naar een traject ouderschapsbemiddeling;
- is de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) verzocht om een onderzoek te
- het rapport en advies van de Raad van 16 november 2023, met kenmerk:
- de e-mail van [jeugdzorginstelling] van 18 maart 2024;
- de e-mail van [jeugdzorginstelling] van 21 maart 2024;
- de e-mail van de vader van 29 maart 2024;
- de e-mail van de moeder van 5 april 2024, met bijlage;
- het F9-formulier van 23 juli 2024 van de moeder, met bijlagen;
- het F9-formulier van 24 juli 2024 van de moeder, met bijlagen;
- de e-mail van [jeugdzorginstelling] van 8 juli 2024, met bijlage.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] namens de Raad.
Beoordeling
intended family life’ – zoals volgt uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) – aan de zijde van de vader, gelet op de inspanningen die hij in het verleden en heden heeft geleverd om in contact te komen met [de minderjarige].
zelfgeen contact wil met de vader, geldt dat [de minderjarige] al lange tijd alleen bij de moeder opgroeit. Zij heeft zich daardoor niet zelf een idee kunnen vormen van de vader. Mede gelet op haar jonge leeftijd en de spanningen die moeder rondom vader ervaart, kan de rechtbank begrijpen dat [de minderjarige] de veiligst voelende weg kiest en aangeeft niet naar vader te willen. Het langer uitblijven van contact zal naar verwachting enkel het zwart-witte beeld dat [de minderjarige] nu van haar vader heeft, doen toenemen. Tegelijkertijd leidt de rechtbank uit de uitspraken die [de minderjarige] heeft gedaan in het raadsonderzoek wel een zekere nieuwsgierigheid van [de minderjarige] naar haar vader af. Immers heeft [de minderjarige] aangegeven dat ze papa zou willen zien als ze oud genoeg is om weg te kunnen gaan met de auto.
- de omgang vindt de gehele opbouwperiode plaats onder regie van [jeugdzorginstelling];
- in maand één en twee vindt de omgang plaats onder begeleiding van [jeugdzorginstelling];
- in maand drie en vier vindt de overdracht – indien mogelijk – plaats bij [jeugdzorginstelling];
- vanaf maand vier brengt en haalt de vader [de minderjarige] uit school of bij de moeder en houden ouders [jeugdzorginstelling] op de hoogte van het verloop;
- mocht blijken dat het tempo van [de minderjarige] vraagt om een snellere of langzamere opbouw, dan heeft [jeugdzorginstelling] de vrijheid om de opbouwregeling aan te passen;
- indien [de minderjarige] een omgangsmoment mist (bijvoorbeeld omdat zij ziek is), dan schuift de opbouw niet door, maar wordt dat contactmoment overgeslagen en vervolgens de opbouwregeling weer opgepakt alsof er geen contactmoment gemist is.
Beslissing
- maand 1: twee keer op woensdagmiddag gedurende twee uur, onder begeleiding van [jeugdzorginstelling];
- maand 2: twee keer op woensdagmiddag gedurende vier uur, onder begeleiding van [jeugdzorginstelling];
- maand 3: twee keer op woensdagmiddag na schooltijd tot 17.00 uur en twee keer op zaterdag gedurende vier uur, zonder begeleiding, maar waarbij de overdracht – indien mogelijk – plaatsvindt via [jeugdzorginstelling];
- maand 4: twee keer op woensdagmiddag na schooltijd tot 19.00 uur (na het avondeten), twee keer op zaterdag gedurende acht uur, waarbij de overdracht – indien mogelijk – plaatsvindt via [jeugdzorginstelling];
- maand 5: iedere woensdagmiddag na schooltijd tot 19.00 uur (na het avondeten) en twee keer van zaterdag 10.00 uur tot zondag 10.00 uur, inclusief overnachting;
- vanaf maand 6: iedere woensdagmiddag na schooltijd tot 19.00 uur en om het weekend van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school, en de helft van de vakanties en feestdagen, door de ouders in onderling overleg nader te bepalen.